Eind 1989, werd het milieu op de kaart gesteld. Het was het jaar dat er een overeenkomst werd bereikt tussen partijen uit de reclamebranche en consumentenorganisaties. De overeenkomst leidde in 1990 tot de invoering van een brievenbussticker om de bezorging van ongewenste reclamefolders tegen te gaan. De regeling was geen succes. De aangeboden brievenbussticker was moeizaam verkrijgbaar en weerde niet alleen reclamefolders, maar ook huis-aan-Huis bladen.
Meer keuze in stickers
Begin 1992 vonden consumentenorganisaties dat er twee soorten brievenbusstickers moesten komen, zodat de consument de keuze kreeg om niet elke vorm van brievenbusreclame te weren, maar zelf kon bepalen of zij reclamefolders en/of huis-aan-huis bladen wilde weeren. Consumentenorganisaties wilden dan ook dat er een brievenbussticker kwam die ongeadresseerd drukwerk weert, maar wel huis-aan-huis bladen bezorgd en een brievenbussticker die al het ongeadresseerd drukwerk en huis-aan-huis bladen weert.
Oprichting Reclame Code Commissie
Begin 1993 worden beide brievenbusstickers waar consumentenorganisaties voor streden geïntroduceerd. Vanaf 2 maart waren beide stickers (nee nee sticker en nee ja sticker) verkrijgbaar. Ook werd een klachtenregeling opgericht in 1993. Consumenten die ondanks hun brievenbussticker toch reclame bezorgd kregen, konden een klacht indienen tegen de verspreider van de reclame bij de Reclame code Commissie. Deze commissie bestaat nog steeds.
Code voor de verspreiding van ongeadresseerd reclamedrukwerk (VOR)
Naast de Reclame Code Commissie was in 1993 een code voor de verspreiding van ongeadresseerd reclamedrukwerk opgericht. In de Code VOR wordt omschreven wat er verstaan wordt onder ongeadresseerd reclamedrukwerk en Huis-aan-Huisbladen. Er worden richtlijnen opgesteld waarin duidelijk omschreven staat welke vorm van reclame in welke 2 categorieën (ongeadresserd reclamedrukwerk, Huis-aan-Huis bladen) thuis horen. Ook wordt omschreven welke tekst op de brievenbussticker hoort, zodat de betekenis van deze tekst voor iedereen duidelijk is. In de code staat omschreven dat een Nee Nee brievenbussticker de tekst “géén ongeadresseerd reclamedrukwerk, géén Huis-aan-Huis bladen” dient te bevatten. Een Nee Ja brievenbussticker moet voorzien zijn van de tekst “géén ongeadresseerd reclamedrukwerk, wél Huis-aan-Huis bladen”. In de code worden ook sancties omschreven bij het niet naleven van de code door reclamebedrijven.
Het effect van de sticker
Drie jaar na de introductie van de stickerregeling was 7% van de huishoudens in 1996 voorzien van een brievenbussticker. Echter, nam de verspreiding van het aantal folders uitgedrukt in volume toe. Consumentenorganisaties vonden het effect van de sticker dan ook onvoldoende. Zij beweerden dat de sticker onvoldoende verkrijgbaar was. Partijen uit de reclamebranche waren het daar niet mee eens en concludeerden dat de mensen er geen behoefte aan hadden. Als actie verstuurde papiergroothandel Proost haar relaties brievenbusstickers met de tekst “Ja papier hier Ja”. Dit was de eerste voorloper van de nu erkende ja ja sticker.
Verspreiding reclamedrukwerk neemt toe
Volgens de Volkskrant worden in 1998 maar liefst 10 miljard folders verspreid. In 1990 ontving een Nederlands huishuiden gemiddeld 15,1 reclamefolders per week. 10 jaar later in 2002, was dit opgelopen naar gemiddeld 26,4 stuks. Het hoogtepunt was in 2006 toen Nederlandse huishoudens gemiddeld 40 reclamefolders per week ontvingen. In 2008 toen de wereldwijde financiële crisis toesloeg was er een daling gaande in het aantal verspreide folders. Van 37 folders per week in 2013 naar 30 folders in 2018. In 2018 bezit 23% van de Nederlandse huishoudens een brievenbussticker.
Wilt u ook een brievenbussticker?
De sticker is bij ons verkrijgbaar voor €1,69. Door een sticker te plakken voorkomt u onnodige papierverspilling.